Mijn zoon maakt me wakker omdat hij wil spelen. Speel met hem terwijl ik op het ontbijt wacht. Wordt mijn dochter wakker als het aankomt. Ontbijt vol met lachen terwijl ik ze zie eten en praten. Bekijk de grafieken. Glimlach. Sluit de grafieken. Ga naar boksen. Het leven is goed.
258