De Amerikaanse 10-jaarsrente blijft zeer goed beheerst op 4,0%. Tussen dit en de vooruitzichten voor meer renteverlagingen is er vanuit het perspectief van aandelenbeleggers niet veel dat niet leuk is.
De Amerikaanse dollar blijft ook inactief, vast tussen de recente dieptepunten van 96,2 en de voorgaande bereikdieptepunten op 100.
Het zogenaamd bullish CPI-rapport (ik zeg zogenaamd omdat een verandering van 3,0% op jaarbasis niet precies het doel van de Fed is) heeft de obligatiemarkt meer vertrouwen gegeven dat er dit jaar nog twee renteverlagingen in het verschiet liggen. Passend genoeg biedt dat de exacte analogie voor de drie renteverlagingen die Greenspan doorvoerde na de LTCM-debacle in 1998.
Met de Amerikaanse indices die blijven worden geleid door de Mag 7, groeit de spreiding tussen de cap-gewogen P/E en de gelijk-gewogen P/E weer. De cap-gewogen multiple is nu 25,3x, terwijl de gelijk-gewogen P/E 18,6x is. De gelijk-gewogen prijsindex in het bovenste paneel toont aan dat er niet veel vooruitgang is geboekt wat betreft nieuwe recordhoogtes.
Als we naar waarderingen op een andere manier kijken, zien we hieronder dat de impliciete aandelenrisicopremie (iERP) op zijn cyclische laagte van 3,2% blijft. De termijnpremie op de 10-jarige Treasury blijft ook mild op 56 bps. Het is een rustige achtergrond voor de markten, wat wordt geïllustreerd door het feit dat zowel de spreads van high yield krediet als de TIPS breakevens zich in een meerjarige "hier is niets te zien" handelsbereik bevinden.